Een wirwar van muren en vloeren op en naast elkaar: zo zag de opgraving eind 2020 van een perceel aan de Strandboulevard in Harderwijk eruit. In enkele weken tijd wisten archeologen van RAAP er zes eeuwen stadsgeschiedenis bloot te leggen. Een deel van deze roerige, historische plek, waar gewoond maar ook gestreden werd, blijft in de toekomst zichtbaar.
Nadat het restaurant aan de kop van de Strandboulevard Oost in Harderwijk eind 2020 gesloopt was, kon RAAP starten met een opgraving. Op het perceel troffen de archeologen de laatmiddeleeuwse stadsmuur en muren van het bolwerk uit de 16e eeuw aan. Daarnaast ontdekten ze muren, vloeren, een inpandige beerput en een trap van een aanzienlijk bakstenen gebouw, veilig gelegen binnen de stadsmuur. Dit pand was het Nieuwe Blokhuis uit de 16e eeuw: de woning en zetel van de Stadhouder van Harderwijk, de vertegenwoordiger van de Hertog van Gelre in deze contreien. Het gehele complex aan stadsmuren, bolwerk en Blokhuis aan deze zijde van de historische binnenstad vormde de ‘dwangburcht’ van Harderwijk.
Dwangburcht
Harderwijk was in de late middeleeuwen groot geworden door de handel via de Hanze. Hertog Karel van Gelre (1492-1538) had aan het begin van de 16e eeuw al invloed in de stad. Om zijn gezag verder uit te breiden, besloot hij in 1538 tot de bouw van een dwangburcht aan de noordzijde van de stad. Hierbij werd het Nieuwe Blokhuis en een bolwerk met kazematten aangelegd. Het bolwerk stond in verbinding met een oudere zeetoren en stak zodoende uit tot in de Zuiderzee. De dwangburcht diende om de stad te verdedigen, maar ook om de bewoners onder de duim te houden. Van hieruit wilde de hertog de inwoners ‘bedwingen’ en belastinggelden innen. De dwangburcht werd in 1581 alweer afgebroken en ontmanteld en heeft dus maar kort bestaan.
Oude akkerlaag
Behalve de tot de verbeelding sprekende resten van de dwangburcht zijn op het terrein ook oudere bewoningssporen aangetroffen. Het gaat om twee tonputten uit de 14e of 15e eeuw en bijbehorende paalsporen van gebouwen. Uit historische bronnen is bekend dat er woningen zijn opgekocht om plaats te maken voor de dwangburcht. De aangetroffen sporen op het terrein zijn het bewijs voor bewoning in de late middeleeuwen. Verder is er een oudere intacte akkerlaag met spitsporen aangetroffen. Deze dekte enkele paalsporen en kuilen af. De akkerlaag is ook op andere locaties in de laatmiddeleeuwse binnenstad aangetroffen. Deze lijkt als basis te hebben gediend voor de stadsuitbreidingen van Harderwijk in de 12e tot 13e eeuw.
Blijvende herinnering
De opgraving biedt genoeg voer voor analyses, hypothesen en theorieën over de stad Harderwijk. De uitwerking van het onderzoek geeft mogelijk antwoord op vragen over de stedelijke akkerlaag, de fasering van de dwangburcht en de èchte datering van de stadsmuur aan deze kant van de stad. De stadsmuur en delen van het bolwerk worden opgenomen in een openbaar toegankelijke kelder bij het nieuw te bouwen pand. Zo blijft de ondergrondse geschiedenis in de toekomst zichtbaar voor geïnteresseerd publiek. Dit initiatief wordt mogelijk gemaakt door de gemeente Harderwijk en de particuliere opdrachtgever van RAAP. Het is een prachtig voorbeeld van ontsluiting van de Harderwijkse geschiedenis.
VIDEO
De Ridders van Gelre maakten in januari 2021 voor TV Gelderland een reportage op de archeologische opgraving in Harderwijk
Dit artikel komt uit RAAP-magazine 2021-1.
Vragen over dit project?
Projectleider RAAP: Dorien te Kiefte
T 0575-567876 | E d.te.kiefte@raap.nl