Archeoloog Ivar Schute schrijft ‘In de schaduw van een nachtvlinder’
Vanaf 16 april 2020 ligt het boek ‘In de schaduw van een nachtvlinder’ van archeoloog en collega Ivar Schute in de boekhandel. Het boek is een zeer persoonlijke en indringende zoektocht naar de restanten van de Holocaust. RAAP is er trots op dat Ivar zijn schrijftalent heeft benut om zijn ervaringen met archeologie van de Tweede Wereldoorlog in dit boek vast te leggen.
Ivar Schute werkt al bijna dertig jaar als archeoloog en is senior projectleider bij RAAP in Leiden. Hij specialiseerde zich in de archeologie van de Tweede Wereldoorlog en voerde onderzoek uit in tal van concentratie-, werk- en vernietigingskampen. Zo leidde hij onderzoeken in Kamp Amersfoort, Vught en Westerbork en nam hij deel aan internationale opgravingscampagnes in Bergen-Belsen, Treblinka, Sobibor en in diverse kleinere kampen. Stuk voor stuk waren dit opgravingen op plekken met een gruwelijk verleden, waarvan de resten nog in de bodem verborgen liggen.
In 2014 werden de fundamenten van de gaskamers van het nazivernietigingskamp Sobibor blootgelegd. Voor Ivar Schute was dit de climax van een jarenlange reis door een kampenlandschap. Hij onderzocht barakken, massagraven, gaskamers en liep tegen een hoop vragen aan. Mag een archeoloog zomaar opgraven in een vernietigingskamp? Is dat wetenschap of forensisch onderzoek? Wat moeten we doen met de graven, kelders en funderingen die worden blootgelegd? Aan wie behoren de vondsten die archeologen doen? Hoe ga je om met Holocaust-ontkenners? In het boek ‘In de schaduw van een nachtvlinder’ geeft Ivar Schute antwoord op deze vragen aan de hand van een archeologische tocht van Nederland tot in de eenzame bossen van Oost-Polen. Hij laat zien dat een archeoloog met een andere blik naar de Holocaust kijkt: archeologisch onderzoek in een dergelijke context is eerder verbonden met een proces van gedenken dan het leveren van wetenschappelijke bewijzen.