3 Cultuurlandschappen
In Nederland is geen oernatuur meer te vinden waarin de mens nooit heeft ingegrepen. In feite is het hele Nederlandse landschap dus een cultuurlandschap. Dat neemt niet weg dat juist cultuurlandschappen ook een grote natuurlijke waarde hebben. Hakhoutstruwelen, heidevelden en vloeiweiden zijn bijvoorbeeld belangrijk voor de biodiversiteit. Archeo-ecologie helpt aan te wijzen waar deze landschapselementen vroeger lagen, hoe oud de nog bestaande elementen zijn, en hoe ze vroeger beheerd werden. Heidevelden werden bijvoorbeeld millennia lang in stand gehouden door begrazing, afplaggen en afbranden, omdat ze vroeger een belangrijk onderdeel waren van de bestaanseconomie en ideeënwereld. Nu zijn deze door de mens gevormde landschappen belangrijke recreatieplaatsen en herbergen ze unieke flora en fauna van schrale, zure grond. Toch staat het voortbestaan van de heide onder druk door het wegvallen van het traditionele gebruik.
Vloeiweiden ontstonden doordat boeren kalkrijk water en voedselrijk slib uit beken en bronnen gebruikten om droge of arme grond te bemesten. Daardoor werd de grond geschikt als hooiland. Nu groeien op deze vloedvelden kwetsbare blauwgraslanden en heischrale graslanden. Ook hebben de vloeiweiden potentie om als waterberging te dienen, en zouden ze goed hooi voor de biologische veehouderij kunnen leveren.
Deze cultuurlandschappen zijn een prachtig voorbeeld van de voortdurende mens/landschap-interactie en herbergen zowel natuurlijk als cultureel erfgoed.