De Lob van Gennep:
erfgoed als basis voor hoogwaterveiligheid en landschapsverfraaiing
De Lob van Gennep:
erfgoed als basis voor hoogwaterveiligheid en landschapsverfraaiing
Door: Luuk Keunen, teamleider cultuurhistorie RAAP
De basis voor de Erfgoedstrategie van het dijkversterkingsproject Lob van Gennep vormden de onderzoeken waaronder een fraaie, geïllustreerde landschapsbiografie. In die Erfgoedstrategie zijn de aanwezige erfgoedwaarden op een rij gezet in de vorm van acht erfgoedensembles. In een afzonderlijk document zijn de waarden uitgewerkt tot concrete locaties met potentie.
In het onderzoeksgebied komen de historische watersystemen van de Maas en de Niers bij elkaar. Zij kennen allebei hun eigen historische dynamiek, maar hebben gemeenschappelijk dat er aan concrete hoogwaterbescherming in het verleden niet veel hoefde te gebeuren. Beide rivieren snijden zich hier in het landschap in. De omliggende gronden liggen daardoor hoger en boden voldoende veiligheid tegen overstromingen. Her en der werd een dijkje gelegd om die hoge gronden te verbinden.
De verbetering van bestaande en aanleg van nieuwe dijken zorgt voor een ingrijpende verandering van de landschapsstructuur van het gebied. Door daarbij rekening te houden met de ondergrond en het natuurlijke reliëf kan het oorspronkelijke onbedijkte landschap afleesbaar worden gehouden. Daarbij is er aandacht voor de aanwezige overblijfselen van andere soorten erfgoed, zoals de kroonwerken van het Genneperhuis. Dat was een middeleeuws kasteel aan de monding van de Niers dat tot in de 17e eeuw tot een steeds grotere vesting is uitgebouwd. De hoogwaterbescherming snijdt deze structuren aan.
We moeten ook realistisch zijn: niet alles is mogelijk. Bij Milsbeek wordt de dijk verder landinwaarts verlegd om de rivier ruimte te geven. Na onderzoek is gebleken dat behoud van de waardevolle schoorsteen van een oude steenfabriek in Milsbeek (een gemeentelijk monument), feitelijk in het tracé van de nieuwe dijk, niet mogelijk is als het beheer en onderhoud van de schoorsteen niet gegarandeerd kan worden. Er wordt ingezet op andere manieren om de fabrieksgeschiedenis levend te houden. Rekening houden met erfgoed in de leefomgeving is altijd een afweging. Dat die afweging zorgvuldig gemaakt wordt, is in veel gevallen al een win-win situatie.
Een tweede doel van de acht samenwerkende overheden is de verhoging van de kwaliteit van landschap en leefomgeving van de Lob van Gennep. RAAP stelde voor de overkoepelende erfgoedstrategie een landschapsbiografie op met een aantal verdiepende thematische onderzoeken. Daarin worden de bijzondere waarden en de daaraan gerelateerde plekken toegelicht. De Erfgoedstrategie vormt zo de basis voor een concrete uitwerking van projectideeën.
Het gebied heeft belangrijke ecologische en ‘groene’ landschappelijke kwaliteiten. Voor een groot deel gaan die terug op de uitvoering van twee ruilverkavelingen, kort na de Tweede Wereldoorlog. Voor de ruilverkavelingen Mook-Middelaar (vaststelling 1953) en Ottersum (vastgesteld 1955) hebben landschapsarchitecten van Staatsbosbeheer landschapsplannen opgesteld waarin precies werd vastgelegd waar welke boom- en struiksoorten moesten worden aangeplant om het landschap te verfraaien. Het accentueren van bijzondere plekken en het laten doorklinken van het natuurlijke landschap in de beplanting waren twee manieren om het groene landschap te versterken. De ontwerpers speelden met zichten en perspectieven en lieten de weggebruikers via de beplanting zien of de Niers dichtbij of juist ver weg stroomde. Ook werden de Maasheggen in die tijd verder versterkt, omdat toen al de aftakeling van het heggenlandschap gaande was. Veel van de beplanting uit de landschapsplannen is nog steeds aanwezig. Bij elkaar vormen ze een groen kunstwerk dat door een zorgvuldige benadering verder versterkt kan worden. Op verschillende plekken in de Lob van Gennep worden in de geest van dit landschapsplan groenstructuren versterkt, zoals de Maasheggen en bomenrijen.
In het gebied ten noorden van Ottersum is het pleistocene reliëf van de vroegere rivierlopen nog zeer duidelijk herkenbaar. Ten oosten van Ven-Zelderheide raken zo’n vroegere riviergeul en een huidige bocht van de Niers elkaar nét niet. Over deze landengte tussen beide rivierbochten loopt een belangrijke doorgaande weg die Ottersum met het Reichswald en de daarachter gelegen stad Kleve verbindt. Deze landengte is in de loop der tijd geleidelijk opgehoogd tot een verhoogd gelegen weg. Dit biedt een aanknopingspunt voor de hoogwaterbescherming. Deze weg zal in de nabije toekomst daarom een formele rol als waterkering krijgen. De landengte wordt in de toekomstige plannen hersteld en de steilranden van het pleistocene reliëf zorgvuldig ingepast.
In 1641 werd rond het historische Genneperhuis, gelegen in de overstromingsvlakte van de Maas en Niers, een circumvallatielinie aangelegd. Deze linie moest voorkomen dat Spaanse troepen het Genneperhuis konden ontzetten tijdens de belegering door prins Frederik Hendrik. Op enkele plekken in het terrein zijn nog resten van de circumvallatielinie en sporen van de belegeringspogingen waarneembaar. Deze plekken bieden kansen om het verhaal van het Genneperhuis en zijn circumvallatielinie tastbaar te maken en te vertellen. Bij het Genneperhuis krijgt de nieuwe dijk een entreefunctie tot de werken van de linie. Op de plek waar de circumvallatielinie het Niersdal kruiste, op de grens van Gennep en Ottersum, worden subtiele verwijzingen en een informatievoorziening geplaatst.