We hebben te maken met een grote opgave qua klimaatadaptatie, waterbeheer en verduurzaming, maar hoe zit het met de referentiebeelden hiervoor?
Mensen zijn geneigd situaties, zoals het aanzien van het landschap of biodiversiteit, af te meten aan hoe men denkt dat het ‘vroeger’ was, of aan wat men als ‘normaal’ beschouwd. Maar dat referentiekader, die base line, gevormd in de jonge jaren, op basis van eigen waarneming en ervaring, of tijdens de opleiding, verandert met het verstrijken van de tijd, dit principe heet shifting baseline. Daardoor ziet men bijvoorbeeld over het hoofd hoezeer de biodiversiteit al was verminderd ten tijde van het ‘vroeger’ dat men in gedachten heeft. Marc Argeloo noemde dat ‘natuuramnesie.’ Voor de jongere generatie is een landschap met (moderne) windmolens normaal, ouderen klagen erover dat die niet in het landschap thuishoren. Omdat ze niet passen in het beeld van het landschap dat zich in hun geheugen heeft verankerd. Zoals gezegd: natuur en landschap zijn in de loop van de eeuwen enorm veranderd. Maar ook veel beleidsmakers en zelfs onderzoekers denken dat er maar één ‘oorspronkelijk’ landschap is geweest, namelijk het landschap zoals weergegeven op de oudste topografische kaarten. Ook zij leiden aan amnesie, veroorzaakt door een betreurenswaardig gebrek aan landschapshistorische kennis, kennis die heel goed benut zou kunnen worden voor hedendaagse opgaven.