Landgoed Wellenseind combineert natuurontwikkeling met herstel van aardkundige waarden

Brent Kaboord | adviseur ecologie en landschap bij Staro
Brent Kaboord werkt als projectleider aan verschillende vraagstukken op het gebied van ecologie, landschap en natuurontwikkeling bij Staro. Dit adviesbureau zet zich in voor projecten in de (natuur)beheer-, ecologische en landschappelijke sector en adviseert bijvoorbeeld over inrichting, beheer, ecologisch onderzoek, natuurwetgeving en beleid. Voor de uitvoering van aardkundig onderzoek voor project Wellenseind, een relatief jong landgoed in het Noord-Brabantse Lage Mierde, klopte hij aan bij RAAP.
“Het aardkundig advies van RAAP gaf mogelijkheden om de plannen voor natuurontwikkeling te combineren met het versterken van de aardkundige waarden”
Kun je kort het project Wellenseind toelichten?
Vanuit Landgoed Wellenseind is de wens ontstaan om percelen die voorheen gebruikt werden voor agrarische doeleinden om te zetten naar natuur. Door natuur te ontwikkelen wil Landgoed Wellenseind bijdragen aan de natuurontwikkeling binnen Noord-Brabant en de doelstellingen van het Natura 2000-gebied Kempenland-West, waarbinnen Landgoed Wellenseind zich bevindt. In totaal gaan we bijna 22 hectare natuur realiseren binnen het landgoed, waar we onder andere ambiëren nat schraalland en specifiek blauwgrasland te bereiken.
Voor het aardkundig onderzoek voor landgoed Wellenseind stelde de provincie specifieke eisen: wat betekende dat voor de voorliggende plannen?
Binnen één perceel van het project zijn we van plan om een gedeelte van de bodem af te graven om op de relatief kortere termijn hoogwaardigere natuur en meer biodiversiteit te realiseren. Doordat het landgoed binnen aardkundig waardevol gebied ligt, kon niet zomaar een vergunning worden verleend voor het afgraven van gronden. Gelukkig kon vanuit RAAP aardkundig advies gegeven worden en dat gaf mogelijkheden om de plannen voor natuurontwikkeling te combineren met het versterken van de aardkundige waarden. Het onderzoek van RAAP heeft ervoor gezorgd dat het project in iets afgeslankte vorm toch doorgang heeft kunnen vinden en we hierbij ook kunnen bijdragen aan het herstellen en versterken van aardkundige waarden in het landschap.
Ben je tevreden over de wijze waarop de onderzoeksresultaten zijn aangeboden in rapportvorm en in GIS?
Ik ben zeker tevreden met de wijze waarop het onderzoek werd opgeleverd. Een kort en bondig adviesdocument dat we direct bij het bevoegd gezag konden indienen ter goedkeuring. Daarnaast kon ik direct met de geodata-bestanden (GIS) uit de voeten en waren deze makkelijk op te nemen in een bijgewerkt ontwerp.
Zie je voor toekomstige projecten een meerwaarde om deze informatie al aan de voorkant te hebben?
Ik denk dat het zeker een meerwaarde zou hebben om in de beginfase van het project beschermde aardkundige waarden mee te nemen en hier advies over in te winnen. Binnen dit project hebben we ons ontwerp aan vele voorwaarden moeten aanpassen, zoals vijf enkel/dubbelbestemmingen binnen het bestemmingsplan, provinciale ontgrondingsregels, keuring Waterschap, Natura-2000 en Natuur Netwerk Nederland voorwaarden. Daar bovenop de uitdaging voor aardkundige waarden, deze hadden we bij voorkeur vooraf samen met de andere voorwaarden gelijktijdig opgepakt.
Welke gegevens zou je daarvoor willen hebben en in welke vorm?
In het voortraject van een vergunningsaanvraag is het goed om te weten wat er precies benodigd is voor het verkrijgen van de vergunning. In hoeverre plannen in strijd zijn met regels rondom aardkunde of waar plannen aan dienen te voldoen. Kortom, wat mag wel en wat mag niet. En daarnaast is het natuurlijk altijd fijn om te horen hoe er rekening gehouden kan worden met aardkundige waarden.
Bij RAAP brengen we naast de aardkundige en archeologische situatie ook historisch landgebruik en voorgaande vegetaties in kaart. Zijn dat soort gegevens uit historisch-geografisch en paleo-ecologisch onderzoek te gebruiken voor je plannen en had je ze voor Wellenseind kunnen gebruiken?
Ja, maar we moeten werken binnen de mogelijkheden zoals die zijn. Plannen en een ontwerp zijn zeer afhankelijk van de huidige hydrologische, bodem- en milieufactoren, welke erg kunnen verschillen van historische omstandigheden. Denk hierbij aan bijvoorbeeld aangelegde sloten, stikstofneerslag, historische bemesting en extremere weersomstandigheden door een veranderend klimaat. Daarbij zijn er ook veel regels vanuit overheidsorganisaties. Het kan daarbij lastig zijn om de precieze oorspronkelijke natuur of het historisch cultuurlandschap als uitgangspunt te nemen, omdat de mogelijkheden beperkt zijn.
Wat is volgens jou in algemene zin het belang van kennis over de ondergrond en het verleden voor toekomstige ruimtelijke opgaven in Nederland?
De ondergrond kan aangeven hoe het landschap historisch werd gebruikt en welke natuur hier oorspronkelijk aanwezig was. Deze kennis kan veel zeggen over de mogelijkheden binnen het te ontwerpen landschap. Op basis hiervan zouden we betere keuzes en inschattingen kunnen maken voor toekomstige ruimtelijke opgaven.
