Erfgoed als bouwsteen voor natuurontwikkeling

Jan Roymans | archeoloog
De onlangs gepensioneerde Jan Roymans is archeoloog in hart en nieren. In zijn werkzame jaren bij RAAP heeft hij zowel het archeologisch onderzoek veranderd, als de manier waarmee met de resultaten wordt omgegaan. Jan mag gerust als de grondlegger van het onderzoek in beekdalen worden gezien. Dat deed hij op pragmatische wijze, met aandacht voor de kenniswinst, maar bovenal met aandacht voor het bijzondere verhaal. Dat inspireerde hem om op diverse plekken bijzondere onderzoeksresultaten op aansprekende wijze in het landschap terug te laten komen.
“Willen we cultuurhistorisch erfgoed daadwerkelijk kunnen benutten voor de ruimtelijke plannen, dan moet het al bij de start van de planvorming volwaardig meegenomen worden en budget gereserveerd worden”
Jij hebt veel ervaring met archeologisch onderzoek in gebiedsontwikkelingen, met name de herinrichting van beekdalen: wat is in jouw ogen de meerwaarde van dat onderzoek?
Archeologisch onderzoek in Nederland heeft een dynamische ontwikkeling doorgemaakt. Van een focus op grafheuvels en nederzettingsterreinen naar landschapsarcheologie waarbij nadrukkelijk ook de niet bewoonbare terreindelen worden onderzocht. Vaak zijn dat de plekken waar natuurontwikkeling plaatsvindt. Het erfgoed kan dienen als bouwsteen in natuurontwikkelingsprojecten en bij de visie-vorming rond beekherstel. Ik vind het daarom belangrijk om cultuurhistorische waarden in een vroege fase van planvorming te betrekken. Dit maakt het mogelijk om weloverwogen keuzes te maken tussen behoud en ontwikkeling van cultuurhistorische waarden en natuurbouw of waterbeheer. Erfgoed in beekdalen kan benut worden voor waterberging, nieuwe natuur en recreatieve en educatieve doeleinden. Maar in de praktijk gebeurt dit nog veel te weinig en zijn de streefbeelden hoofdzakelijk in termen van natuurontwikkeling en waterbeheersing gedefinieerd. We hebben dus nog een lange weg te gaan.
Hoe gebruikte jij die onderzoeken om waterschappen te ontzorgen en te adviseren over de inrichting van beekdalen, rekening houdend met de specifieke herinrichtingsopgaven?
Het realiseren van de plannen gaat vaak gepaard met grootschalig grondverzet. Deze werkzaamheden brengen een archeologisch erfgoedzorgverplichting met zich mee voor het verkrijgen van een vergunning. Erfgoedzorg is voor de meeste waterschappen een onbekend terrein. Bij RAAP slagen we er goed in om het waterschap door het lastige proces van de archeologische monumenten zorg te loodsen. Ik heb echter zelden meegemaakt dat op voorhand al rekening was gehouden met de erfgoedzorg. Meestal werden de plannen tijdens de uitvoering van de werkzaamheden op mijn advies aangepast. Dat werd doorgaans zeer gewaardeerd, omdat hiermee hoge opgravingskosten werden vermeden.
Je hebt regelmatig aansprekende resultaten letterlijk in de etalage gezet: hoe reageerde men hierop?
Zowel opdrachtgevers als de omgeving zijn doorgaans zeer positief als cultuurhistorische waarden beleefbaar worden gemaakt. Helaas gebeurt dit al te vaak tijdens de planuitvoering. Dan zijn budgetten al verdeeld en is hiervoor nauwelijks geld beschikbaar. Om die reden was ik genoodzaakt op zoek te gaan naar medefinanciers. Gelukkig heb ik die ook vaak gevonden. Willen we op structurele wijze het cultuurhistorisch erfgoed daadwerkelijk kunnen benutten voor de ruimtelijke plannen, dan moet het al bij de start van de planvorming volwaardig meegenomen worden en budget gereserveerd worden.
Waar ben je het meest trots op?
De reconstructie van de Kabouterberg in Hoogeloon spreekt mij het meest aan, vanwege het verhaal en de vele koppelkansen. De financiering van deze reconstructie van een Romeinse grafheuvel kreeg ik rond door in de Kabouterberg een vleermuizenkelder te bouwen. Ik heb ook een grote paddenpoel aan laten leggen. Het zand dat hierbij vrijkwam, is gebruikt om het heuvellichaam van de grafmonument op te werpen. Door de combinatie van aanleg van nieuwe natuur en cultuurhistorie kon ik aanspraak maken op ecologische subsidies. Een reconstructie kun je uit laten voeren door een aannemersbedrijf, maar hier is bewust gekozen voor lokale vrijwilligers, die kreeg ik enthousiast door lezingen te geven en rondleidingen te verzorgen. Vele weken hebben gepensioneerden – en op woensdagmiddag hun kleinkinderen – geholpen bij de bouw van het monumentale grafmonument. Hierdoor is de Kabouterberg iets ’eigens’ geworden.
Hoe kan onderzoek naar cultuurlandschap en erfgoed bijdragen aan de ruimtelijke opgaven van tegenwoordig?
Rivier- en beeksystemen moeten kunnen ‘meeveren’ om veilig te zijn: water vasthouden voor droge tijden, meer ruimte voor waterberging in natte tijden. Dit vraagt een andere manier van denken: groot, integraal, op het niveau van het hele stroomgebied, van bron tot monding. Er dient niet alleen meer ruimte te worden geschapen voor klimaatbestendige rivier- en beekdallandschappen. Door slimme combinaties te maken met andere ruimtelijke opgaven kan er een habitat ontstaan waar mensen veilig kunnen wonen, werken en recreëren en waar ook de natuur kan floreren. Om die combinaties mogelijk te maken en om een goede gesprekspartner te zijn bij het formuleren van herinrichtingsplannen, dienen wij (erfgoedspecialisten) verder te kijken dan ons eigen vakgebied. We moeten als erfgoeddeskundige in de vroege fase van planvorming aan tafel zitten met natuurbouwers, hydrologen en landschapsarchitecten om samen inzichten en ideeën op elkaar af te stemmen.
Heb je een tip voor de nieuwe generatie onderzoekers en inrichters die werken aan het Nederland van morgen?
Wij moeten de boer op en ervoor zorgen dat erfgoed een levend onderdeel wordt in het proces van natuurontwikkeling en waterbeheer. Daarnaast moeten wij concrete informatie aanbieden over de aanwezige waarden en de ruimtelijke begrenzing hiervan. Daarbij mogen wij best eens een stapje in de richting van natuurbouwers en waterbeheerders doen. Om een Babylonische spraakverwarring te voorkomen, is het belangrijk het werkveld en idioom van waterbeheerders en natuurontwikkelaars te kennen. Zo kunnen we bijdragen aan het ontwerpproces. Natuurbouwers en waterbeheerders mogen zich op hun beurt meer bewust zijn van de historische gelaagdheid van beekdalen. Er is veel winst te boeken door vroegtijdig samen op te trekken.
