Tussen Vecht, Meren en Stuwwal:
een gebiedsbiografie voor Gooise Meren
Tussen Vecht, Meren en Stuwwal:
een gebiedsbiografie voor Gooise Meren
Jacqueline Hautus
Beleidsadviseur Erfgoed Gooise Meren
Gooise Meren is een jonge gemeente. Ze ontstond vijf jaar geleden door de samenvoeging van Muiden, Naarden en Bussum. In 2020 gaf de gemeente aan RAAP en Monumenten Advies Bureau (MAB) de opdracht een gebiedsbiografie te maken. Jacqueline Hautus, verantwoordelijk voor het erfgoedbeleid voor Gooise Meren, licht de aanleiding toe: “We staan voor de opgave om erfgoedbeleid te ontwikkelen voor de nieuwe gemeente. We werken nu aan de harmonisering en actualisering van het beleid van de voormalige gemeenten. Het erfgoedbeleid gaat zoveel mogelijk mee in het traject van de Omgevingsvisie. Om te beginnen zijn we in gesprek gegaan met erfgoeddeskundigen. Daaruit kwam naar voren dat het goed is om te weten wat de kernkwaliteiten van de gemeente zijn. Dus: wat maakt Gooise Meren tot een fijne plek om te wonen, te werken en te recreëren? De biografie is een goede manier om dat in kaart te brengen en ook om te kijken of je bepaalde tendensen kunt zien.”
Wat vindt u van het eindproduct, de gebiedsbiografie Gooise Meren, die in december 2020 is opgeleverd? Jacqueline Hautus: De biografie geeft een goed overzicht van de ontwikkelingsgeschiedenis van het gebied als geheel en van de vier woonplaatsen afzonderlijk. Het is een behoorlijk uitgebreid rapport en het leest lekker weg. De hoofdstukindeling van de biografie is gebaseerd op de belangrijkste transformaties die onderscheiden kunnen worden bij het begrijpen van het hedendaagse landschap
Hoe bent u bij RAAP en MAB terechtgekomen voor deze opdracht? Beide bureaus kende ik al en MAB had al meer voor ons gedaan. Ik begreep dat ze voor grote trajecten zoals deze gebiedsbiografie veel met elkaar samenwerken. Daarom hebben we een offerte aangevraagd.
Bij de gebiedsbiografie is een tijdlijn en het ‘rapport Ontwikkelperspectief erfgoed’ opgesteld: bieden deze documenten genoeg input en advies voor de gemeente? De biografie en de thema’s en verhaallijnen daarin, vormen een leidraad voor het te ontwikkelen beleid. Maar we gaan het bijvoorbeeld ook gebruiken bij het aanwijzen van gemeentelijke monumenten in Muiderberg. We hebben inwoners en erfgoedverenigingen opgeroepen om mee te helpen met de inventarisatie van panden. In de biografie is te lezen dat Muiderberg in het derde kwart van de 19e eeuw vooral bestond uit agrarische bebouwing rond de Brink en lintbebouwing langs de noordflank van de Brink en de bochtige Dorpsstraat. Het agrarische dorp is vervolgens uitgegroeid tot een badplaats, een ontwikkeling die door de komst van de tram in 1881 werd versterkt. Bij dit verhaal kunnen we aansluiten met de panden die we uiteindelijk selecteren voor de monumentenstatus. Het rapport Ontwikkelperspectief erfgoed geeft vooral een denkrichting aan: waar kun je op inzetten als gemeente? Op basis hiervan schrijven we de Erfgoedvisie.
Een gebiedsbiografie beschrijft de ontwikkelingsgeschiedenis van een gebied. Je kunt een gebied of landschap zien als het resultaat van een eeuwenlange omgang van mensen met hun omgeving. De sporen ervan vind je terug in de ondergrond, het landschap, de infrastructuur en bebouwing. In een biografie wordt de kennis daarover vanuit verschillende disciplines (historische geografie, (architectuur)geschiedenis), archeologie) geïntegreerd in een samenhangend verhaal. Het idee erachter is: als je het verleden van een landschap begrijpt, kun je beter werken aan de toekomst ervan. Dat maakt een gebieds- of landschapsbiografie voor veel gemeenten tot een nuttig instrument.
Hoe gaat de gemeente verder met deze documenten? We zijn nog bezig met de vertaling van de documenten naar beleid. Onze aanpak is een soort drietrapsraket. Eerst is de biografie opgesteld, dan volgt de Erfgoedvisie die we laten vaststellen door de raad. Samen vormen ze bouwstenen voor de Omgevingsvisie. Deze laatste is veel breder natuurlijk, maar erfgoed bepaalt voor een belangrijk deel de kwaliteit van de leefomgeving. Voor de Omgevingsvisie zijn ook ambities geformuleerd waar we belang aan hechten en op inzetten. We willen bijvoorbeeld de natuur- en erfgoedparels van de gemeente versterken. Juist met hulp van dat cultuurhistorische verhaal kun je de aantrekkelijkheid van de gemeente vergroten. Wat van belang is voor het toekomstige beleid, is dat erfgoed een vertrekpunt en dragende kracht is bij ruimtelijke ontwikkelingen. Daarmee bedoel ik dat je erfgoed moet zien als waardevolle inspiratie. Het geeft de gemeente een eigen identiteit, het kan richting geven. Je hoeft niet alles precies te behouden zoals het nu is, we moeten erfgoed laten aansluiten bij moderne veranderingen.
De biografie schetst het rijke cultuurhistorische verleden van de gemeente: komt deze informatie ook voor de inwoners van Gooise Meren beschikbaar? Ja, we zijn momenteel bezig met een publieksversie, compact en met veel illustraties. We willen het verhaal graag benutten.
Hoe is de samenwerking en communicatie met RAAP en MAB verlopen? Die vond ik prettig, dat was een goede samenwerking. De feedback die we op de documenten hadden, is daarin goed verwerkt. Ook positief is dat de biografie meteen heel helder geschreven is: de afdeling Communicatie zei ‘daar hoeven we niks aan te doen’. Voor een publieksversie moet er wel wat veranderen, maar voor het doel waar het voor gemaakt is, is het heel helder.
Marcel IJsselstijn
Projectleider cultuurhistorie bij RAAP
Samen met MAB schreef RAAP ‘Tussen Vecht, Meren en Stuwwal, gebiedsbiografie van de gemeente Gooise Meren’. Cees-Jan Frank van MAB nam het gebouwde erfgoed uit de 19e-20e eeuw op zich. Marcel IJsselstijn, projectleider cultuurhistorie bij RAAP, beschreef de ontwikkeling door de tijd van de nederzettingen. IJsselstijn: “Een gebiedsbiografie kan allerlei vormen aannemen: van rapport tot prachtig publieksboek of atlas, al dan niet digitaal. Het gaat altijd om het beantwoorden van enkele basale vragen: Waarom ziet een bepaald gebied eruit zoals het er tegenwoordig uit ziet? Hoe is het gebied veranderd door de tijd? Welke sporen uit het verleden zijn nog zichtbaar? Hoe werden die gewaardeerd en beleefd? Die vragen helpen bij het nadenken over hoe we nu omgaan met onze cultuurhistorie en erfgoed. Wat vinden we nú belangrijk om te bewaren en te beschermen en door te geven aan volgende generaties? Het gaat daarbij om het grotere verhaal, dus de hoofdlijnen in de levensloop van Gooise Meren. We hebben deze biografie vrij snel kunnen maken. Op verzoek van de gemeente gebruikten we voornamelijk bestaande literatuur. Verder kregen we hulp van een klankbordgroep, met professionals en vrijwilligers op het gebied van erfgoed.”
Wat vindt u zelf een interessant onderwerp uit de biografie? Wat ik mooi vind is de schets hoe de woonhuisontwikkeling is verlopen. Van buitenplaatsen, villa’s en middenstands-woningen naar arbeiderswoningen. We hebben in de gemeente interessante sociale woningbouw. Bijvoorbeeld aan de Huibert van Eijkenstraat in Naarden, waar de eerste woningen buiten de vesting werden aangelegd. Dat kon eerst nog niet, omdat het schootsveld vrij moest blijven volgens koninklijk besluit. In 1920 is dat opgeheven en toen kon er gebouwd worden en ontstonden daar de eerste arbeiderswoningen. En in Bussum zijn arbeiderswoningen gemaakt door de bekende architect De Bazel. Dus hoewel een deel van onze gemeente bekend staat om veel villa’s, werd er ook voor andere doelgroepen gebouwd en dat heeft een gevarieerd beeld opgeleverd.
Projectleider RAAP: Marcel IJsselstijn
T 071-5768118 | E m.ijsselstijn@raap.nl