IN HET LAB
PODCAST op Spotify
Hunebednieuwscafé met Oda Nuij
Oda Nuij: Pollen is een ander woord voor stuifmeel, de poederachtige substantie in planten die zorgt dat er nieuwe planten kunnen groeien. Het klinkt als meervoud, maar pollen is enkelvoud. Pollenkorrels zijn minuscuul klein, 10 tot 150 micrometer en je kan ze dus alleen zien en bestuderen met een microscoop met doorvallend licht, minimaal 400 keer vergroot.
Onder zuurstofloze omstandigheden, zoals in veen, een afgedekte bodem of de vulling van een spoor onder de grondwaterstand, kan pollen wel duizenden jaren bewaard blijven. Dat is interessant voor archeologen. Als er wel zuurstof bij komt, vergaat het binnen een paar jaar.
De analyse van pollenmonsters, ook wel palynologisch onderzoek genoemd, kan informatie opleveren over de vegetatie die op en rond een archeologische site groeide. Dus toen het pollen terecht kwam in het spoor of de grondlaag, waaruit je monster komt. Zo draagt het bij aan de reconstructie van het vroegere landschap. Het kan ook vaak menselijke activiteiten in het landschap aantonen. Denk aan ontbossing, het verbouwen van bepaalde gewassen of het houden van vee.
Pollenonderzoek is vaak een onderdeel van een opgraving. In het veld worden uit een profiel of coupe monsters genomen uit lagen waarvan je verwacht dat er pollen in bewaard is gebleven. Die monsters worden chemisch opgewerkt, zodat er per monster een microscooppreparaat overblijft waarin alleen nog maar stuifmeel en andere microscopisch kleine organische resten zit. Als palynoloog onderzoek je de preparaten achter de microscoop.
Je ziet allerlei wonderlijke vormen van stuifmeelkorrels door je microscoop. Tijdens de analyse identificeer en tel je de pollenkorrels, tot je minimaal 500 korrels gevonden hebt. Met dat aantal heb je een vrij stabiel beeld van de verhoudingen tussen de verschillende pollentypes en dus plantensoorten in het monster. Voor de interpretatie groepeer je de pollen in vegetatietypes. Bijvoorbeeld in droge of natte bossen, grasland, akkers of heide. Zo kun je redelijk goed zeggen welke plantensoorten en vegetatietypes er vroeger voorkwamen op en rond de archeologische vindplaats. Met de analyse van één monster krijg je een snapshot van de vegetatie rond de site in een korte periode. Met meerdere monsters van verschillende ouderdom kun je vaak veranderingen in de vegetatie en het landgebruik reconstrueren.