FARO hoezo?
In 2005 stelde de Raad van Europa in het Portugese Faro een verdrag op waarin erfgoedparticipatie centraal staat. Ook Nederland gaat dit ‘Verdrag van Faro’ ondertekenen. Wat houdt FARO in? We vroegen het aan erfgoedprofessional Riemer Knoop van Gordion Cultureel Advies.
1
Waarom is het verdrag van FARO in het leven geroepen?
De aanleiding was de Balkanoorlog in 1995. Toen bleek dat de partijen systematisch erfgoed vernietigden om zo elkaars identiteit uit te wissen. Daarop was de vraag van de Raad van Europa: hoe kunnen we hier effectief mee omgaan? We zouden iets moeten verzinnen waardoor erfgoed niet nationalistisch is, omdat er dan misbruik van kan worden gemaakt. De uitkomst was het Verdrag van FARO. Dat gaat ervan uit dat iedereen, alle soorten groepen, het recht heeft om zijn eigen erfgoed te kiezen.
2
Wat is de essentie van FARO?
FARO is een systeemverandering. Erfgoed is niet iets, maar een kwaliteit die wij er zelf op plakken. Dingen zijn geen erfgoed, wij vinden dat iets erfgoedkwaliteit heeft. Een archeologische vindplaats is geen erfgoed, het heeft nog geen betekenis. Pas als wij er wat van vinden, krijgt het kwaliteit. FARO is een afspraak tussen staten om niet het object, of een vindplaats, maar de gemeenschap centraal te stellen. Dat is avontuur, niks staat vast. Je moet op zoek naar een andere manier om samen verder te komen. Wat gebeurt er als je het uit handen geeft? Denk aan de commons, de meent of de brink die je vroeger in dorpen had. Een terrein midden in het dorp waar je je dieren mocht laten grazen. Maar ook weer niet uitputtend, want het grasland was gemeenschappelijk en anders was er voor anderen niets over. Een ander voorbeeld is schoon drinkwater. Iedereen is zich ervan bewust dat het van ons allemaal is. Het is publiek noch privaat, het is van ons allemaal.
3
We zijn in Nederland toch allang bezig met erfgoedparticipatie in de geest van FARO, bijvoorbeeld via de Archeohotspots, waar je zelf voorzitter van bent, of citizen science opgravingen die RAAP uitvoert?
Publieksparticipatie is een heel breed begrip. Bij FARO gaat het om het collectief, permanent met elkaar in gesprek zijn over eigen werkzaamheden in een wijk, buurt of gemeenschap. In de Nederlandse archeologie wordt naar mijn mening tamelijk weinig aan participatie gedaan. Je mag op een bepaalde dag, tussen vier en vijf uur op het terrein een opgraving bezoeken: hoe participatief is dat? Een onderzoek naar ’Malta-systemen’ in Europa waar ik aan meewerkte over onder meer participatie leverde opzienbarende inzichten op, leuke en minder mooie. Zo kreeg ik over een opgraving in Noordrijn-Westfalen te horen: “Nee het publiek hebben we er niet bij betrokken, dat zijn vandalen die alles kapot maken.” Maar er zijn ook mooie experimenten. In de gemeente Westerveld beslissen inwoners bijvoorbeeld zelf actief mee over wat erfgoed is.
4
Welke mogelijkheden zijn er om meer aan participatie te kunnen doen?
In de Nederlandse archeologie is met de invoering van het verdrag van Malta [over het beschermen en behouden van erfgoed, red.] paragraaf 9 niet ingevuld. Die paragraaf gaat over de bewustmaking van het publiek, en dat is dus geen verplicht onderdeel van archeologisch onderzoek. Maar afgelopen februari kwam het rapport van de Raad van Cultuur uit over de evaluatie van het archeologisch bestel. De Raad adviseert daarin om in het kwaliteitsstelsel publieksactiviteiten te verplichten. Mogelijk biedt dat kansen voor participatie. Maar je kunt natuurlijk niet alleen de opdrachtgever laten betalen. Er moet een stimuleringsfonds komen en de overheid zou het goede voorbeeld moeten geven. Een andere optie is het Fonds voor Cultuurparticipatie. Daar wordt nog weinig gebruik van gemaakt. De voorwaarden zijn blijkbaar nogal lastig voor subsidieaanvragers, maar ook dat is in het rapport van de Raad van Cultuur aangekaart.
5
Gaat FARO de bestaande omgang met erfgoed veranderen?
Geen idee, laten de mensen het zelf uitvinden. Maar het kan niet zo zijn dat er over erfgoed besluiten worden genomen op een gesloten bastion, door een groep van experts of witte oude mannen. De vraag is: hoe ontwerp je besluitvorming en een handelingsproces waarin iedereen een rol kan spelen? Het is nog onduidelijk hoe, maar dát je het moet doen is duidelijk. En het kan ook, maar het doet wel pijn. Experts moeten afzien van hun dominantie. Het is niet zo dat wat we tot nu toe deden niet waardevol was. We doen het niet fout, maar het zijn nu andere tijden. Laat gemeenschappen mee- en vooral zelf beslissen wat belangrijk voor ze is. Zie FARO als een uitnodiging om verder te gaan.